De Giro d’Italia werd meteen de comeback van Remco Evenepoel in het peloton na een eindeloze revalidatie die hij overhield van een spectaculaire valpartij in de afdaling van de Muro Di Sormano, in de Ronde van Lombardije. De kannibaal van Schepdaal werd door de Vlaamse media meteen tot topfavoriet gebombardeerd. Zijn team hield uiteraard de boot af, maar toch startte Evenepoel met het nummer 91, hij kreeg dat nummer van de organisatie, maar een rugnummer dat eindigt op een 1 brengt altijd de nodige druk met zich mee. Verder had Deceuninck-Quickstep ook de Portugese ronderenner Joao Almeida in de rangen. De troepen van Lefevere konden wedden op twee paarden, al zakte Almeida in de eerste verraderlijke rit door het ijs. Alles op Evenepoel dus, zo was te merken in een tussensprint tegen topfavoriet Bernal waarin de jonge Belg het volle pond gaf om één luttele, nietszeggende, onnodige seconde te winnen. In de spectaculaire gravelrit naar Montalcino verloor Evenepoel voor het eerst tijd. Almeida werd opgedragen te wachten en zag zo ook zijn klassement in rook opgaan. Anders was die laatste, als je ’t mij vraagt, veel kans maakte op het eindpodium na een ijzersterke derde week.
Wat de Tour De France betreft, had iedereen gedacht dat de tandem Mørkøv-Bennett de sprintzeges aanéén zou rijgen. Niets bleek minder waar, want plots was daar de terugkeer van de ‘Manx Missile’. Niemand minder dan Mark Cavendish werd meegenomen naar de Tour in de plaats van de “geblesseerde” Bennett. In de wedstrijd zelf leek het alsof Cav nooit weggeweest was. Met 4 ritzeges evenaarde hij zowaar het record van mijnheer Eddy Merckx himself én haalde hij Parijs in de groene trui. Het zou het scenario geweest kunnen zijn van een sprookje, maar noch de gebroeders Grimm noch Hans Christian Andersen zouden zoiets uit hun pen getoverd kunnen hebben. We zouden bijna vergeten dat Julian Alaphilippe in diezelfde Tour de openingsrit won en dus een dag in het geel rondreed. 5 ritzeges in de Tour: Mission accomplished voor Deceuninck-Quickstep
Ondertussen maakte ook Fabio Jakobsen z’n comeback. Niemand had gedacht dat de Nederlandse spurtbom na zijn horrorcrash in de Ronde van Polen zich nog zou durven ‘smijten’ naar de overwinning in een massasprint, maar deze zomer in Frankrijk zag ik een melding van Sporza op mijn telefoon: “Fabio Jakobsen kan het nog! Hij wint de sprint in de Ronde van Wallonië” Een rilling ging door mijn lijf en het kippenvel op mijn armen vermenigvuldigde zich snel. Wat een prestatie als je ziet waar de gewezen Nederlandse kampioen vandaan komt! De periode daarop won Jakobsen koers na koers en dat leverde hem een plekje in de selectie voor de Vuelta op. In die Vuelta domineerde Jakobsen de massasprints samen met Jasper Philipsen. Jakobsen won 3 sprintetappes en keerde naar huis met de groene sprinterstrui. Het leverde zeer mooie taferelen op die je ook zou zien als je aan SIRI zou vragen wat extase is. Ook Florian Sénéchal wist een ritzege mee te pikken, wat het eindtotaal op 4 ritzeges zette voor ‘The Wolfpack’.