Exclusief interview met Brent Van Moer. “Ik ging naar de Tour met zo’n 4000 volgers en kwam thuis met 10 000.”
- Door, Cédric van Mol
23 oktober 2021
Dit seizoen maakte wielerminnend Vlaanderen in de Ronde van Limburg kennis met een aanvalslustige jonge wielrenner nadat hij in de laatste kilometer jammerlijk de verkeerde richting uitgestuurd werd door een seingever. Op die manier werd hem een eerste profzege ontnomen.
Een week later sloeg de renner terug. Na een lange ontsnapping won onze landgenoot van Lotto-Soudal met een knappe solo de openingsrit van de Dauphiné. “Ik ben Brent Van Moer. Noteert u mijn naam en wilt u in de toekomst rekening met mij houden?”, waren de woorden waarmee Michel Wuyts de sympathieke Waaslander over de finishlijn begeleidde vanuit zijn commentaarcabine. Ik zocht mijn streekgenoot op en werd met de glimlach ontvangen voor een fijne babbel.
"Het is altijd mooi om vergeleken te worden met één van de betere Vlaamse coureurs van de laatste jaren"
Brent Van Moer
Goedenavond Brent, hoe kijk jij terug op het afgelopen wielerseizoen?
Heel positief, maar een beetje met een zure nasmaak omdat ik halfweg het jaar heel goed was met een eerste ritzege, dat was meteen een hele mooie, een rit in de Dauphiné. Daarna heb ik een hele goede Tour De France gereden. Dat was voor mij wel een hoogtepunt omdat de Tour het grootste wielerevenement is, buiten het wereldkampioenschap. Als je daar kan meedoen voor de overwinning, maakt dat je naam wel ineens bekend. Dat was fantastisch. Ik wou het ook mooi afsluiten met een mooie uitslag in Roubaix en een deelname aan het WK, maar door het breken van mijn heup op training, eindigde mijn seizoen in mineur.
Ik las van José De Cauwer in de krant dat hij uit goede bron vernomen had dat je telefoon had gekregen van de bondscoach voor het WK, klopt dat?
Ja dat klopt. Ik was na de Tour met mijn vriendin een weekje naar Spanje om wat uit te rusten. Maar omdat ik met een goed gevoel uit de Tour kwam, wou ik mijn fiets toch meenemen om af en toe eens een rustige training te doen. Maar dan ben ik stom gevallen. Mijn voorwiel schoof weg en ik ben gewoon slecht neergekomen. Mijn seizoen zat er zo goed als op.
Ik neem aan dat dat een enorme teleurstelling was?
Ja tuurlijk. Een WK in eigen land ga je niet vaak meemaken. Als het WK plaatsvindt in België, het grootste koersland dat er is, wil je daarbij zijn hé. Zeker omdat ik dan al wist dat ik mee mocht, was het heel zuur om van de dokter te horen dat mijn heup gebroken was.
Welke rol had je dan kunnen vervullen op het WK?
Het was sowieso alles op Wout Van Aert, maar ik denk dat redelijk vroeg de koers openbreken ten voordele van Wout mijn rol zou geweest zijn. Ik weet het nu niet, ik heb niet specifiek samengezeten met de selectie bij de besprekingen natuurlijk. Ik was gewoon blij dat de bondscoach vertrouwen had in mij.
"Ik ging naar de Tour met zo’n 4000 volgers en ik kwam thuis met 10 000 volgers."
Brent Van Moer
In de Tour word je in de vierde rit, richting Fougères, op 100 meter van de eindmeet gegrepen wordt door een jagend peloton. Hoe voelt dat eigenlijk?
Ik was enorm teleurgesteld. Je zit daar in de Tour en je kan bijna een rit winnen. Als je het dan afmaakt, verandert dat je hele carrière een beetje. Maar langs de andere kant was het gevoel heel positief en was ik heel blij dat ik op jonge leeftijd zo dicht in de buurt kwam van de ritzege. Dat is positief voor de toekomst, maar de teleurstelling neemt op zo’n moment wel de bovenhand.
Langs de andere kant krijg je ook wel al die media-aandacht. Heel veel mensen hadden jou die overwinning absoluut gegund. Dat doet toch ook wel iets met een mens?
Ja uiteraard. Je naam en sociale media zijn belangrijk als topsporter, voor sponsors onder andere. Ik ging naar de Tour met zo’n 4000 volgers en ik kwam thuis met 10 000 volgers. Dat toont het belang van zulke ritten wel aan, zeker voor mij persoonlijk.
Je koerst op een manier die vooral de Vlaamse wielerliefhebbers graag hebben. Je bent iemand die durft koersen, iemand met karakter, iemand die blijft doorrijden. Thijs Zonneveld noemt je op Twitter weleens Brent De Gendt, wat vind jij van die vergelijking?
Ik wil mijn stijl zeker niet aanpassen, ik doe het graag. Ik ga op die manier misschien niet veel winnen, want het is niet altijd makkelijk om een hele dag vooruit te blijven. Maar als je wint is het altijd op een hele mooie manier. Als ik terugkijk naar mijn Dauphiné en de koersen die ik bij de jeugd won, was dat altijd wel op een mooiere manier dan een gewone sprint. De vergelijking met De Gendt is misschien iets te ver, Thomas doet het meestal op een iets zwaarder parcours terwijl ik het meer ga moeten hebben van de iets vlakkere ritten. Maar het is altijd mooi om vergeleken te worden met één van de betere Vlaamse coureurs van de laatste jaren natuurlijk.
Brent Van Moer (23) met zijn prijzenkast
"Als je op 23-jarige leeftijd de Tour kan rijden en een rit kan winnen in de Dauphiné, is dat wel positief."
Brent Van Moer
Hoe heb jij de overstap naar de profs ervaren?
Goed, ik voelde bij de beloften wel al dat ik er klaar voor was en wou zeker niet te vroeg de overstap maken. Ik weet van mijzelf dat ik niet het type ben dat zoals Evenepoel vroeg doorkomt en meteen heel wat koersen wint. Het eerste jaar was echt zoeken, ik heb de overstap gemaakt in de helft van het jaar, dan heb ik te maken gehad met ziekte, dus het was niet mijn beste seizoen. Het jaar nadien was er corona, waardoor ik heel veel koersen gemist heb. Dat was ook wel een domper. Eens ik in vorm was, viel ik in de Dauphiné en moest ik geopereerd worden aan mijn knie. Dat seizoen was dus ook weer een half verloren jaar. Uiteindelijk heb ik er toch voor gekozen om met de Vuelta mijn eerste grote ronde te rijden en sindsdien heb ik echt wel het gevoel dat ik een paar stappen gezet heb. Ik hoopte dat ik het jaar nadien kon doorbreken. Dat was dan ook wel het geval. Ik noem mijn overstap naar de profs eerder moeizaam, maar uiteindelijk ook niet. Tegenwoordig is het bijna vanzelfsprekend dat jongeren heel snel doorbreken, maar als je op 23-jarige leeftijd de Tour kan rijden en een rit kan winnen in de Dauphiné, is dat wel positief.
Waar ligt het verschil tussen renners zoals jij, die een meer geleidelijke evolutie doormaken, en renners zoals onder andere Evenepoel, die de beloftencategorie overslaan en er meteen staan in de grote koersen?
Ik vind het een beetje gevaarlijk om categorieën over te slaan. Remco is natuurlijk een natuurtalent, Cian Uijtdebroeks wil het ook doen, maar ik zou altijd gewoon een jaartje bij de beloften rijden. Uiteindelijk kun je altijd de overstap maken naar de profs. Als je na een halfjaar de Baby Giro kunt winnen, krijg je de kans wel om een profcontract te tekenen en dan ben je vertrokken. Ik vind het altijd een risico, maar voor de meeste jongens is het altijd positief uitgedraait. Zelf koos ik er liever voor om veel ervaring op te doen bij de beloften. Die jongens hebben ook gewoon heel veel talent. Je komt zulke gasten niet elk jaar tegen dus daar mag ge je zeker niet aan spiegelen.
Hoe was het om je ploeg- en trainingsmakker Florian Vermeersch tweede zien te worden in Parijs-Roubaix?
Dat was fantastisch. Florian is één van mijn beste vrienden, we trainen ook heel vaak samen, dit jaar zijn we ook dikwijls samen op hoogtestage geweest. Ik weet wat hij ervoor gedaan heeft, dus het is heel tof om hem tweede te zien worden in Roubaix. Ik was er natuurlijk graag zelf bij geweest, maar ik was heel blij in zijn plaats.
"Als ze vroeger in de kleuterklas in vriendenboekjes vroegen wat ik later wou worden, zei ik altijd dat ik transporteur wou worden."
Brent Van Moer
Wat zijn jouw persoonlijke ambities voor koersen als Parijs-Roubaix en de Ronde Van Vlaanderen op termijn?
Roubaix is zeker een koers die mij wel moet liggen op termijn. Ik ga volgend jaar misschien niet meteen meedoen voor het podium, zoals Florian, maar ik wil er wel in groeien omdat ik er bij de beloften twee keer zesde geworden ben. Dat wil wel zeggen dat die koers mij ligt. De Ronde Van Vlaanderen is misschien iets moeilijker omdat daar tegenwoordig ook meer klimmers komen meedoen die iets explosiever zijn dan ik. Ik denk dus dat ik van Roubaix de komende jaren absoluut mijn doel wil maken.
Is dat dan jouw droomkoers?
Absoluut! Al die kasseien, de aankomst op de piste,… tijdens de verkenning vraag je je af waar je in godsnaam mee bezig bent, want die kasseien liggen echt heel slecht. Maar als je binnenrijdt op de piste geeft dat zo’n fantastisch gevoel.
Hoe ben je, als zoon van een groot transportbedrijf, in de koers terecht gekomen?
Het is altijd mijn droom geweest om in de zaak van mijn ouders te stappen. Als ze vroeger in de kleuterklas in vriendenboekjes vroegen wat ik later wou worden, zei ik altijd dat ik transporteur wou worden, want mijn ouders deden destijds nog specifiek transport.Ik heb een tijdje gevoetbald, maar daar ben ik uiteindelijk mee gestopt omdat ik niet zo goed tegen mijn verlies kon. Dan ben ik maar op zoek gegaan naar een iets meer individuele sport en ben ik in het wielrennen terechtgekomen. Uiteindelijk is die hobby een beetje uit de hand gelopen, kon ik naar de belofteploeg van Lotto-Soudal en kreeg ik de kans om prof te worden. Ik ben gestopt met studeren en heb vol op de koers ingezet. Ik heb geen spijt van het parcours dat ik heb afgelegd.
Is het daardoor dat je vader begonnen is met de sponsoring van het jeugdteam ‘Van Moer Logistics Cycling Team’?
Ik reed al bij Wielerteam Waasland. Toen de hoofdsponsor daar uiteindelijk wegviel, hebben ze mijn vader gevraagd om te sponsoren. Zo is mijn vader terechtgekomen in de koers.
"We hadden een heel sterk team met allemaal jongens uit de streek, dat was wel tof."
Brent Van Moer
Wat zijn jouw beste herinneringen aan je periode bij de jeugd?
De juniorentijd is één van de mooiere periodes geweest. We hadden een heel sterk team met allemaal jongens uit de streek, dat was wel tof. We zijn ook allemaal prof kunnen worden uiteindelijk, dus dat was wel een mooie tijd waar ik met plezier op terugkijk.
Je behaalde in 2018 een zilveren medaille op het WK tijdrijden bij de beloften in Innsbruck. Heb je nog verdere ambities in die discipline bij de profs?
Ik wil zeker aan mijn tijdrit blijven werken, maar het niveau in het tijdrijden ligt tegenwoordig zo hoog dat het heel moeilijk is om de top te bereiken en tussen mannen als Ganna en Van Aert Tijdritten te winnen. Ik denk dat het ook wel mooi is om af en toe eens een mooi resultaat te rijden in tijdrit op een iets lager niveau, waar de toppers niet aanwezig zijn.
Ik zag onlangs dat je was gaan gravelbiken met twee ploegmaats. Hoe was het om eens iets anders te doen?
Dat was tof, de gravelfietsindustrie is echt aan het boomen. Onze fietsenmaker, Ridley, heeft nu ook een nieuwe gravelfiets gemaakt. Om dat een beetje te promoten en omdat het ons wel leuk leek hebben we dan deelgenomen aan die gravelrace. Ik denk dat gravelbiken nog gaat groeien, ik heb gehoord dat er plannen zijn voor het organiseren van een WK binnen enkele jaren. Ik veronderstel dat profploegen ook renners naar die wedstrijden zullen sturen binnen 2 à 3 jaar. Momenteel bedraagt het aandeel aan gravelfietsen de helft van de verkoop bij Ridley. Volgens mij zal het belang van promotie via gravelraces voor alle fietsenmerken die een gravelfiets uitbrengen alleen maar toenemen.
Hoe ziet een doordeweekse trainingsdag eruit voor jou?
Dat varieert van een uurtje losrijden over een lange duurtraining van 6 uur tot een blokkentraining van 3 uurtjes. In een gewone week zit ik rond de 20 uur per week op mijn fiets, maar op stage, als ik mij specifiek aan het voorbereiden ben voor een bepaald doel, gaat dat richting 30 uur. Het varieert dus, maar ik breng toch heel wat uurtjes door op mijn fiets.
"Die eerste profzege in de Dauphiné was een mooi moment om mijn fanclub op te richten."
Brent Van Moer
Waar hou je je mee bezig als je niet op de fiets zit?
Met vanalles, dat hangt er vanaf. In de winter ga ik regelmatig naar de zaak van mijn ouders om mee te helpen. Tegenwoordig doe ik dat wel iets minder vaak. Ik ben ook vaker van huis, we hebben juist 4 ploegdagen gehad, hier en daar neem ik ook deel aan een gravelrace voor een sponsor. Ik heb geen verlof genomen dit jaar, normaal doe ik dat wel. Voor de rest bestaat mijn dag vooral uit fietsen en bij de kiné zitten.
Hoeveel deugd doet het om je eigen fanclub te hebben?
Ik had al een paar keer de vraag gekregen om een fanclub op te richten, maar ik ben iemand die op dat vlak de boot liever een beetje afhoudt. Uiteindelijk heb ik dat dan wel gedaan omdat er enkele mensen waren die die fanclub wouden oprichten voor mij, want zelf heb ik weinig tijd om dat allemaal te regelen. Die eerste profzege in de Dauphiné was een mooi moment om mijn fanclub op te richten.
Voelde je de appreciatie vanuit het peloton na die indrukwekkende ritzege?
Dat was echt enorm. Zeker in de Dauphiné stond iedereen ervan versteld dat ik voorop kon blijven. Het is enorm leuk om felicitaties te krijgen van grote coureurs zoals Ineosrenners Thomas en Porte, maar ook van de betere Belgische renners zoals Stuyven en Naesen. Dat zijn renners die ik pakweg 5 jaar geleden vooral op televisie zag.
Wat zijn jouw ambities voor 2022?
Ik wil echt proberen om in eendagskoersen, zoals de klassiekers en de najaarskoersen een rol te spelen en eens te kijken hoe ver ik geraak. Wie weet zit er wel eens een overwinning in.
Heel erg bedankt voor de babbel en je tijd, Brent. Veel succes deze winter en maak er iets moois van volgend seizoen.